Relatie JOVD-VVD jaren tien

JOVD-voorzitter Van de Burgwal benadrukt de vrijheid van meningsuiting bij Rutte, 2016.
JOVD-voorzitter Van de Burgwal benadrukt de vrijheid van meningsuiting bij Rutte, 2016.

De JOVD presenteerde zich in de periode na 2010 volop als een zelfstandige organisatie van liberale jongeren. Zij zette soms vraagtekens bij het liberale gehalte van de moederpartij, die niet voldoende de vrijheid van meningsuiting op de voorgrond zou stellen. Ter herdenking van de moord op Theo van Gogh ‘heropende’ de jongerenorganisatie de vrijdenkersruimte die de VVD in 2011 had opgeheven. JOVD-voorzitter Tom Leijte noemde de sluiting een ‘symptoom van de prioriteit van de VVD: geld, geen fundamentele liberale principes.’

Een ander stokpaardje dat frictie opleverde, was de wietteeltregulatie. De JOVD, als pleitbezorger van de legalisering van softdrugs, was daarvoor. Voorzitter Rutger de Ridder vond dat ‘de VVD de ballen moet tonen om de wietteelt te reguleren’. Toen de Tweede Kamerfractie in 2017 tegen een dergelijk wetsvoorstel stemde, fulmineerde de JOVD dat deze tegenstem weinig liberaal was en bovenal negeerde dat een meerderheid van het VVD-najaarscongres in 2016 zich er op voorstel van de JOVD voor had uitgesproken.

De JOVD vond dat jonge liberalen te weinig aan bod kwamen in de VVD. In 2012 wees voorzitter Bram Dirkx op het gebrek aan twintigers op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen: kennelijk moesten kandidaten eerst een carrière in het bedrijfsleven hebben gehad. In de herfst van 2012, na de totstandkoming van het regeerakkoord tussen VVD en PvdA, kreeg de JOVD van premier Mark Rutte de toezegging dat zij haar oordeel hierover kon geven op het VVD-congres, maar het hoofdbestuur van de moederpartij wilde daar niet van weten. JOVD-voorzitter Jarico Vos trok in een opiniebijdrage in de Volkskrant hard van leer: de VVD dreigde een ‘machtspartij zonder principes’ te worden. Ook hekelde hij de nivelleringsafspraken met de PvdA, die zouden indruisen tegen de liberale uitgangspunten. 

Naast kanttekeningen bij de koers van de VVD veroordeelde de JOVD steunbetuigingen uit de partijtop aan in opspraak geraakte VVD’ers. In 2015 onthulde NRC Handelsblad de onjuiste declaraties van het Tweede Kamerlid Mark Verheijen uit de tijd dat hij nog gedeputeerde in Limburg was. Omdat de VVD-integriteitscommissie de zaak nog onderzocht, vond Leijte de kritiek van Rutte en VVD-Tweede Kamerfractievoorzitter Halbe Zijlstra op het NRC ‘volstrekt prematuur’. Twee jaar later betitelde voorzitter Rutger de Ridder Ruttes steun voor de van oplichting verdachte partijvoorzitter Henry Keizer als ‘mooi en collegiaal’ maar vond hij die ook ‘onverstandig’, omdat het onderzoek nog liep. Een paar jaar later oordeelde JOVD-voorzitter Splinter Chabot dat minister van Buitenlandse Zaken Zijlstra na diens leugen over zijn aanwezigheid in de datsja van de Russische president Vladimir Poetin niet kon aanblijven: ‘Liegen mag niet. Als ik dat als voorzitter deed, kon ik mijn spullen pakken.’ De reeks schandalen noemde Chabot ook in zijn toespraak op het voorjaarscongres van de VVD in 2018, waarin hij ook waarschuwde dat de VVD ‘de oren liet hangen naar rechts populistisch geluid’.

De JOVD fungeerde zo als luis in de pels van de VVD, maar zij moest ook wel eens bakzeil halen. Tijdens de kabinetsformatie van 2010 onderhandelde de jongerenorganisatie met de Jonge Socialisten, Jonge Democraten en Dwars over een jongerenakkoord voor een ‘paars-plus’-kabinet van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. De VVD was hier niet blij mee; JOVD-voorzitter Martijn Jonk werd door enkele Tweede Kamerleden geadviseerd van zo’n akkoord af te zien. Vervolgens trok de JOVD zich op het laatste moment terug.

JOVD-voorzitter Van de Burgwal speecht op het VVD-congres, mei 2016.
JOVD-voorzitter Van de Burgwal speecht op het VVD-congres, mei 2016.
JOVD-voorzitter De Ridder verdedigt legale wietteelt op een VVD-congres, najaar 2016.
JOVD-voorzitter De Ridder verdedigt legale wietteelt op een VVD-congres, najaar 2016.