jaren nul

Geschiedenis

De aanslagen op de Twin Towers in New York op 11 september 2001 vormden een kantelpunt in de Nederlandse politiek. De terroristische aanslagen door fundamentalistische moslims verscherpten de tegenstellingen binnen de samenleving. De toenemende polarisatie gaf populistische politici als Pim Fortuyn en de gewezen VVD’ers Geert Wilders en Rita Verdonk de wind in de zeilen. Hoewel de JOVD aanvankelijk terughoudend stond tegenover Fortuyn, nam de jongerenorganisatie gaandeweg een aantal van zijn opvattingen  over. Na de moord op de cineast Theo van Gogh benadrukte de JOVD steeds meer het belang van de vrijheid van meningsuiting. Ook kantte de jongerenorganisatie  zich tegen een te grote invloed van religie in de politiek: in 2004 stelde zij zelfs voor de vrijheid van godsdienst uit de grondwet te schrappen.

Politieke opstelling

Een dag voordat Pim Fortuyn op 25 november 2001 werd verkozen als lijsttrekker voor Leefbaar Nederland, was hij gastspreker op het congres van de JOVD – tot ongenoegen van de VVD overigens. De ‘enigszins omstreden professor Pim’, zoals hij in het congresverslag werd genoemd, was eerder dat jaar door Driemaster geïnterviewd. In dat vraaggesprek hield hij een pleidooi voor meer passie in de politiek en meer directe democratie. Over politieke jongerenorganisaties was hij niet zo lovend: ‘Jullie kampen met hetzelfde probleem als de politieke partijen. Erg levendig is het allemaal niet.’ Fortuyn zette zich al lange tijd fel af tegen de paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 en tegen VVD-leider Hans Dijkstal. Hij werd op een sceptisch congres kritisch ondervraagd, maar ‘kon naar afloop rekenen op een warm applaus’ – een teken dat Fortuyn onder de JOVD-leden zeker op steun kon rekenen. Zo betoogden JOVD-voorzitter Rense Weide en -vicevoorzitter Ferdi de Lange in NRC Handelsblad, dat ‘de poldercultuur en bovenal de dictatuur van de politieke correctheid’ dienden te worden doorbroken: de burger moest meer te zeggen krijgen.

Relatie JOVD-VVD

In politiek opzicht botsten de JOVD en de VVD in de eerste tien jaar na de eeuwwisseling nogal eens. De moederpartij was niet echt te spreken over de welwillender wordende opstelling van de jongerenorganisatie ten aanzien van Pim Fortuyn. Ook programmatisch waren er in het oog springende verschillen, bijvoorbeeld wat betreft de hypotheekrenteaftrek, de pensioengerechtigde leeftijd en de AOW. De formele banden tussen beide organisaties werden evenwel verder aangehaald. Per 1 januari 2000 was de JOVD volgens het Samenwerkingsprotocol met de VVD de enige jongerenorganisatie van de VVD. Daarmee was het politiek jongerenwerk een exclusieve taak voor de JOVD geworden. Een commissie Liberaal Jongerenbeleid (CLJ), bestaande uit onder meer de jongerenfunctionarissen in de besturen van de kamercentrales van de VVD, moest de hoofdbesturen van JOVD en VVD adviseren over het jongerenbeleid. Per 1 juli 2000 werd ook een geschillencommissie VVD/JOVD ingesteld, die bij onenigheid over de samenwerking zou bemiddelen. Voorzitter werd oud-JOVD-voorzitter Eric Balemans.

Organisatie

Het voortdurende zoeken naar haar ideale organisatiestructuur werd na de eeuwwisseling door de JOVD voortgezet. In de jaren negentig waren de vertrouwde districten vervangen door drie regio’s: Noord, Midden en Zuid. Deze nieuwe bestuurslaag tussen hoofdbestuur en afdelingen voldeed niet, ook al omdat het niet eenvoudig was voldoende bestuursleden te vinden. In september 2003 besloot het JOVD-congres bij de vaststelling van nieuwe landelijke statuten om de regio’s weer op te heffen. Ze maakten plaats voor ‘regionale kaderkontakten’ en het hoofdbestuur nam een aantal taken van de verdwenen regiobesturen over. JOVD-voorzitter Ferdi de  Lange toonde zich bezorgd over de moeizame zoektocht naar geschikte bestuursleden. ‘We moeten voorkomen dat we in een neergaande spiraal terechtkomen.’ De toegenomen studiedruk werd vaak als oorzaak aangewezen.

Verenigingsleven

Hoogtepunten in het verenigingsleven van de JOVD zijn de congressen en hun gezellige feesten. Die liepen niet zelden uit de hand – ook in de eenentwintigste eeuw.  ‘Er ging uiteraard wel weer, door toedoen van een hoofdbestuurder, een tafel doormidden. Maar ja, dat is de JOVD’, aldus het berustende verslag van het lustrumcongres in februari 2004 in de Driemaster. Op het junicongres in 2001 was het ook raak. ‘De alcohol vloeide soms te rijkelijk, en het was zoals gebruikelijk nog lang onrustig op de gangen van het hotel. Je gaat je dan toch afvragen of we op een gegeven moment nog wel ergens welkom zijn als het zo door gaat!’ De JOVD mocht het in sommige hotels niet al te laat maken: in november 2002 in Roermond tot twee uur en in april  2003 in Almelo slechts tot één uur, waarna de congresgangers uitweken naar discotheek Dieka. De organisatie ging helpen de rust te bewaren. ‘We hebben tijdens het patrouilleren weinig rumoer gehoord en om 5.00 uur lag ik uiteindelijk in bed’, zo schreef het bestuurslid Organisatie in de Driemaster.